Evaluatie Beschermd Dorpsgezicht Alblasserdam

In maart 2013 heeft de gemeenteraad de erfgoedverordening 2013 vastgesteld. Die nieuwe erfgoedverordening maakte het mogelijk voor het college om een beschermd dorpsgezicht aan te wijzen. Op 26 november 2013 besluit het college de dorpskern van Alblasserdam aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht en dit in 2018 te evalueren. De gemeente vroeg aan het Onderzoekcentrum Drechtsteden om deze evaluatie uit te voeren.

Met het onderzoek worden vier vragen beantwoord: 

1. hoe bekend het beleid is; 
2. wat de ervaringen met het beleid zijn; 
3. hoe inwoners denken over het behalen van de doelen van het aanwijzingsbeleid beschermd dorpsgezicht én; 
4. welk draagvlak ervoor is. 

De conclusies uit de evaluatie zijn: 

 

Communicatie

 De erfgoedcommissie maakt zich tegenwoordig meer bekend onder inwoners. Hier kan
in de toekomst verder aan gewerkt worden. In de communicatie over het beleid
uitdragen dat het beleid niet alleen gericht is op behoud, maar ook ontwikkelingen
mogelijk maakt. De erfgoedcommissie adviseert over oplossingen bij nieuwe
ontwikkelingen waarbij voldoende rekening wordt gehouden met de historie en
uitstraling van het gebied.

 De bekendheid met het beleid is aanzienlijk. Maar zowel in de enquête als in de
interviews is aangegeven dat deze vergroot kan worden. De informatieverstrekking
over het beleid en procedure kan beter. Wat houdt het beleid precies in, waarom wil
je dat gebied beschermen, welk pand/gebied is van waarde en waarom en ook welke
regelgeving heeft hierop betrekking.

 Te denken valt aan een korte brochure met uitleg over het doel van het beschermd
dorpsgezicht, de keuze voor het gebied, de voorwaarden en regels, de procedures en
de erfgoedcommissie. Proactief bekendheid geven aan het beleid. Over de vorm
(digitale publicatie of verspreiding) zijn beperkt uitspraken gedaan. De informatie kan
–volgens de makelaars- bijvoorbeeld op de website van de gemeente worden
geplaatst. Bij het kadaster is bijvoorbeeld een aparte rubriek voor makelaars, dat zou
hiermee ook kunnen. Regelgeving moet duidelijk zijn. De werkgroep dorpsbehoud en
Groene Long vragen aandacht voor het onderwijzen aan jongeren wat de historie is
van het dorp. En wat het belang van groen en de cultuurhistorie is.

Behalen doelen

 Ruim de helft van de bewoners en betrokkenen in het gebied (56%) is van mening dat
het karakter van de dorpskern in de afgelopen vijf jaar behouden is gebleven. Het
mooiste deel van het beschermd gebied vindt men: de Kerkstraat, de Dam en Huis te
Kinderdijk. Minder passend zijn Oceanco, gemeentehuis en Landvast.

 Maar ongeveer een zelfde percentage (53%) geeft aan dat in het beschermde gebied
stukken grond liggen die niet worden gebruikt of onderhouden. En een derde vindt dat
de nieuwbouw en verbouwingen die in de afgelopen 5 jaar hebben plaatsgevonden niet
zo passen bij het bijzondere karakter van het beschermd dorpsgezicht. Voor 44% is er
in de afgelopen jaren niet voldoende geïnvesteerd in het beschermd gebied. Die doelen
zijn maar gedeeltelijk behaald.

 Volgens geïnterviewden is er meer duidelijkheid en aandacht nodig voor handhaving.
Er zijn nog niet overal regels voor het behoud van bepaalde gebieden. Dat zorgt ook
voor een lastige situatie met het handhaven. Zo heeft het rijk de ecologische structuur
los gelaten. Hierdoor wordt de verbinding van groene gebieden niet meer beschermd.
 Het aantal beeldbepalende panden waar een monumentenstatus voor aangevraagd is,
blijft achter bij het streven. Een actievere benadering en uitleg over de gemeentelijke
monumentstatus kan hierin helpen. Er zou bijvoorbeeld een ambassadeur kunnen
komen die bewoners stimuleert om hun pand ook aan te melden als gemeentelijk
monument.

Draagvlak

 Ruim driekwart van de inwoners is het ermee eens dat de gemeente het beschermd
dorpsgezicht heeft aangewezen en wil ook dat het grotendeels of geheel beschermd
dorpsgezicht blijft. Voornamelijk opdat het karakter van het dorp behouden blijft. Het
belangrijkste nadeel van de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht vinden bewoners
en betrokkenen dat je veel moeilijker aanpassingen aan je eigen huis kunt doen en dat
er te veel regels zijn.

 Bij nog eens een achtste van de bewoners/betrokkenen is er wel draagvlak voor het
beleid, maar zij vinden dat het gebied wat kleiner zou kunnen zijn. Makelaars en een
enkel bedrijf noemen de eerder vernieuwde delen binnen het gebied.
 De erfgoedcommissie en werkgroep dorpsbehoud en de Groene Long vinden juist
uitbreiding van het gebied wenselijk, met name van het open gebied en richting
achterland zoals Kinderdijk en de Alblas.