Cliëntervaringsonderzoek Wmo Drechtsteden 2017

Volgens de Wmo 2015 is iedere gemeente in Nederland verplicht jaarlijks te onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren. Er is een verplichte vragenset en een voorgeschreven aanpak ontwikkeld door de VNG, het ministerie van VWS en een aantal gemeenten: het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo.

Conclusies

De belangrijkste conclusies van het CEO Wmo 2017:

  • De meerderheid van de cliënten met een maatwerkvoorziening in de Drechtsteden is over het algemeen tevreden over het contact met de SDD, de kwaliteit en het resultaat van zijn/haar ondersteuning. Ten opzichte van vorig jaar zien we geen grote verschillen.
  • Het meest te spreken zijn cliënten over de mate waarin zij serieus genomen worden door de medewerker van de SDD.
  • De bekendheid van onafhankelijke cliëntondersteuning blijft nog steeds wat achter. Hier is ruimte voor verbetering. We merken hierbij wel op dat cliëntondersteuning in de Drechtstedengemeenten onderdeel uitmaakt van de sociale teams1 en wordt meestal niet als losstaand product gepromoot. Wel wordt er in de communicatie van de SDD (o.a. in brieven en op de website) expliciet verwezen naar de mogelijkheid van cliëntondersteuning. En ook de sociale teams worden (actief) gepromoot.
  • We zien verschillen tussen de zes gemeenten, maar deze zijn klein en niet significant. Dit betekent dat de resultaten per gemeente niet noemenswaardig afwijken van het gemiddelde in de Drechtsteden. Enkel de bekendheid van de onafhankelijke cliëntondersteuner ligt in Hendrik-Ido-Ambacht iets hoger.

De belangrijkste conclusies van de aanvullende vragen:

  • De meeste cliënten vinden de weg naar de SDD via familie, vrienden of bekenden of via de zorgaanbieder. Internet speelt een kleine rol.
  • Individuele maatwerkvoorzieningen worden door de cliënten goed beoordeeld en krijgen een gemiddeld rapportcijfer van een 7 of 8. De scootmobiel en maatschappelijke opvang scoren het hoogste (8,1), de Drechthopper krijgt het laagste rapportcijfer (7,1). We moeten hierbij echter opmerken dat we niet weten of cliënten het oude of nieuwe systeem van de Drechthopper beoordelen.
  • Voorafgaand aan het aanvragen van een voorziening heeft 38% van de cliënten informatie ingewonnen over de eigen bijdrage. Voor 37% speelde de hoogte van de eigen bijdrage een (beperkte of grote) rol bij de aanvraag.
  • Bij een toekomstige verhoging van de eigen bijdrage zal 43% van de cliënten hun voorziening(en) blijven behouden. Een even zo grote groep (42%) weet nog niet wat zij in dit geval zullen doen met hun voorziening(en). Wanneer cliënten hun voorziening toch zullen opzeggen, is voor hen vaak nog niet duidelijk of en zo ja, hoe ze op een andere manier om ondersteuning zullen vragen (69%). Eén op de zes zegt geen alternatief voor de hulp te zoeken.