Clientondersteuning in Dordrecht

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten volgens de Wmo 2015 verplicht om cliëntondersteuning aan te bieden voor alle inwoners. De zichtbaarheid van cliëntondersteuning blijft echter achter volgens de gemeente Dordrecht. In deze evaluatie nemen we het functioneren van de cliëntondersteuning in Dordrecht onder de loep. De centrale vraag luidt: hoe is het bereik van de cliëntondersteuning (de benutting) en hoe ervaart de cliënt de kwaliteit van de ondersteuning?

Conclusies

Zowel voor- als nadelen

De positionering van cliëntondersteuning in de sociale teams heeft zowel een aantal voor- als nadelen. Een groot voordeel is de laagdrempeligheid waarmee inwoners binnen kunnen stappen en de preventieve werking. Er wordt generalistisch gewerkt en met een brede blik naar hulpvragen gekeken. Dit laatste heeft ook een nadelig effect: specialistische kennis verdwijnt.

Bekendheid heeft tijd en aandacht nodig

De bekendheid van cliëntondersteuning in de sociale teams is beperkt. Ongeveer een kwart van de Dordtenaren weet dat zij voor cliëntondersteuning bij het sociaal team in hun wijk terecht kunnen. Dit heeft deels te maken met de veranderde positie van cliëntondersteuning. De vanzelfsprekendheid in de route naar MEE is weg en moet weer gevonden worden naar de sociale teams. Dit heeft tijd nodig, maar zeker ook aandacht. Dat de term 'cliëntondersteuning' niet even goed bekend is onder de Dordtse bevolking en wat verwarring geeft, is ook een feit maar voor de gemeente geen missie op zich.

De vraag is of iedere Dordtenaar de sociale teams moet kennen. Het belangrijkst is dat mensen die hulpbehoevend zijn, de weg naar het sociaal team kunnen vinden. Dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Uit onze enquête blijkt dat (omgerekend) zo'n 3% van de Dordtse bevolking het afgelopen jaar een hulpvraag heeft gehad, maar geen informatie, advies of ondersteuning heeft gevonden. Een potentiële doelgroep voor de sociale teams.

Niet iedereen wordt (al) bereikt

De sociale teams hebben een grote caseload en zien veel inwoners. Desondanks zijn er, volgens de geïnterviewde stakeholders, een aantal groepen die minder goed bereikt worden. Voor deze groepen inwoners is de weg naar het sociaal team soms letterlijk en figuurlijk te lang:

  1. mensen met niet-aangeboren hersenletsel;
  2. mensen met een licht verstandelijke beperking;
  3. mensen met een autistische beperking;
  4. mensen met 'kleine, gewone' vragen;
  5. mensen die op straat leven;
  6. cliënten van de jeugdteams;
  7. eenzame ouderen;
  8. zorgmijders.

Overigens geven de geïnterviewden aan dat het een illusie is om te denken dat iedereen bereikt kan worden. Mensen moeten een drempel over voordat ze ondersteuning vragen en zien zichzelf niet meteen als cliënt.

Cliënten zeer tevreden

De cliënten van de sociale teams zijn zeer tevreden met de geboden ondersteuning en de medewerkers van de sociale teams. De sociale teams krijgen een 8,8 gemiddeld. Vrijwel alle cliënten voelen zich door het sociaal team ondersteund, zeggen iets gehad te hebben aan de ondersteuning van het sociaal team en zitten beter in hun vel.

Aanbevelingen

  • Vergroot de bekendheid en het bereik van de sociale teams onder specifieke (kwetsbare) doelgroepen. Zorg zelf als gemeente, naast de communicatie-uitingen van de SDD, voor positieve publiciteit. Werk (meer) outreachend en ga actief op zoek naar inwoners die de weg naar de sociale teams niet vinden.
  • Vergroot de bekendheid van de sociale teams ook onder toeleidende professionals, zoals huisartsen en jeugdprofessionals. Dit komt de samenwerking ten goede.
  • Borg binnen de vijf sociale teams gezamenlijk de specialistische kennis die dreigt te verdwijnen.
  • Borg het onafhankelijke karakter van cliëntondersteuning.